Confucius ‘ leringen
hoewel we niet zeker kunnen zijn dat Confucius een van de werken heeft geschreven die hij wordt toegeschreven, is het nog steeds mogelijk om iets te weten over de algemene aard van zijn filosofie. Kort na zijn dood stelden zijn discipelen een werk samen dat bekend staat als de Lun yü, meestal vertaald als de Analecten, maar nauwkeuriger weergegeven als de bewerkte gesprekken . Dit werk bestaat uit gesprekken tussen Confucius, zijn studenten en een af en toe heerser.,
De belangrijkste nadruk van de Lun yü ligt op de politieke filosofie. Confucius leerde dat de primaire taak van De heerser was om het welzijn (welzijn) en geluk van de mensen van zijn staat te bereiken. Om dit doel te bereiken, moest De heerser eerst een moreel (goed karakter) voorbeeld geven door zijn eigen gedrag. Dit voorbeeld zou op zijn beurt het gedrag van de mensen beïnvloeden. Confucius is de eerste Chinese denker die Concepten introduceerde die niet alleen fundamenteel werden voor de confuciaanse filosofie, maar ook voor de Chinese filosofie in het algemeen., De belangrijkste hiervan zijn jen( welwillendheid), yi (fatsoen, of correct zijn), en li (ritueel, of ceremonie). Confucius geloofde dat de chün-tzu, of “gentleman”, het morele voorbeeld moest geven voor anderen in de samenleving om te volgen. In de LUN yü jen is wat vertaald is als menselijkheid of welwillendheid (vriendelijk zijn) een kwaliteit die een chün-tzu zou moeten ontwikkelen en proberen aan te moedigen in anderen. Li wordt beschouwd als de regels en rituelen die worden nageleefd in religieuze en niet-religieuze ceremonies en, zoals toegepast op de chün-tzu, samengesteld regels van gedrag., Yi vertegenwoordigt wat goed en juist is in een bepaalde situatie. De chün-tzu Weet, door het ritueel in acht te nemen en door zijn goede aard, altijd wat juist is. Confucius was in principe een humanist en een van de grootste leraren in de Chinese geschiedenis. Zijn invloed op zijn directe discipelen was diep. Zijn studenten bleven zijn theorieën uitleggen totdat, in de eerste Han-dynastie (206 v. Chr. -8 v.Chr.), de theorieën de basis werden van de staatsideologie, het geheel van ideeën dat de sociale behoeften van een cultuur weerspiegelde.