achtergrond en inleiding: constipatie na posterieure sagittale anorectoplastie (PSARP) komt vaak voor. We hebben de afmetingen van de rectale zak voor PSARP gecorreleerd met de postoperatieve darmgewoonte., Klassieke PSARP werd gewijzigd met taps toelopende rectale zak door plicatie van de wanden waardoor de interne sluitspier behouden, omdat we geloven dat dit behoudt continentie en leiden tot betere resultaten. Er werd opgemerkt dat er een duidelijk verband bestaat tussen de preoperatieve grootte van de rectale zak en constipatie.
doel: het doel van deze studie is om de afmetingen van preoperatieve rectale pouch te correleren met postoperatieve constipatie.
materialen en methoden: PSARP werd uitgevoerd (n: 45) bij anorectale misvormingen met behulp van een inheemse spierstimulator., Voor PSARP werd een distale cologram via een hoge sigmoid colostomie uitgevoerd. Alle distale cologram werden uitgevoerd door één senior radioloog en de druk werd constant gehouden tussen 15 en 20 cm water tijdens het vullen om de verstorende factor in verband met onvolledige vulling uit te sluiten. De rectumindex werd als volgt berekend: de maximale radiologische diameter van het rectum in het bekken in het sagittale vlak werd vermenigvuldigd met de maximale diameter van het rectum in het frontale vlak., Het resultaat van deze berekening werd gedeeld door het product van het vermenigvuldigen van de afstand tussen de ischiale stekels en de afstand tussen het achterste oppervlak van het schaambeen en het voorste oppervlak van de laatste sacrale wervels.
resultaten: symptomatische constipatie waarvoor behandeling nodig was, ontwikkelde zich bij 25 patiënten (48%). Geen van deze patiënten had anale stenose of vernauwing. Constipatie werd beheerd door dieetmaatregelen en laxeermiddelen. Vijftien patiënten (60%) hadden graad 1 constipatie en reageerden gunstig. Acht en twee patiënten hadden respectievelijk graad 2 en 3 constipatie., Patiënten met een rectale pouch index van minder dan 0,8 hadden lichte constipatie graad 0 en 1, terwijl patiënten met een rectale pouch index van meer dan 0,8 ernstige constipatie graad (graad 2 en 3) hadden.
Conclusie: Het meten van de rectale pouch index kan helpen bij het identificeren van de groep die waarschijnlijk constipatie ontwikkelt na PSARP. Deze patiënten kunnen op darmtraining vroeg worden gezet, na de sluiting van de colostomie, in plaats van te wachten.