Site Overlay

B. F. Skinner’ s theory of behavior

ABSTRACT

Skinner ‘ s Theory of Behavior vertoont de kenmerken van geavanceerde theorieën in zijn drie metafeatures van philosophical foundations, experimental operations, and engineering applications., Van de verschillende filosofische grondslagen (of referentiekaders) zijn de primaire: (a) Geen agent vormt een kwalitatieve kern van zijn analyse van gedragsgebeurtenissen, in plaats daarvan is de analyse een kwantitatieve van gedragseigenschappen en hun voorwaardelijke relaties met elkaar en andere gebeurtenissen; en (b) gedragsgebeurtenissen moeten worden geïnterpreteerd binnen hun eigen dimensionale systeem van analyse, en hun analyse niet standaard aan het verklarende kader van een andere klasse van Wetenschappen., De experimentele operaties leveren de gegevens op die de principes ondersteunen die verankerd zijn in de laboratoriumanalyse van de twee-term contingency relatie – de operant. Het laboratoriumwerk begint met de gevolgen van selectie, een postcedente impuls, en in combinatie met andere variabelen, waaronder antecedente, onderzoekt verdere contingency relaties op basis van de operant. Specifieke technische toepassingen zijn afgeleid van het laboratoriumwerk van experimentele operaties samengevoegd met de theorie interpretatieve frames van referentie. Deze technische toepassingen zijn enorm., Hun sociale voordelen zijn immens. Skinner ‘ s gedragstheorie luidde een nieuwe en revolutionaire gedragswetenschap in gebaseerd op de kwantificering van actieeigenschappen gecombineerd met het mechanisme van contingentieselectie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *